Onlangs heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat, Van Nieuwenhuizen-Wijbenga, in een brief (november 2018) aan de Tweede kamer laten weten dat er aan een wijziging van het Besluit Lozen Buiteninrichtingen[1] (d.d. 1 juli 2018)  (BWBR0029789) wordt gewerkt. Oftewel een verscherping van de huidige wetgeving in deze.

Natuurlijk is het zo dat (voornamelijk op het zoete water) tijdens de drukte met piekperioden het water in jachthavens behoorlijk vervuild kan raken door ongezuiverde lozingen op het oppervlaktewater. Men spreekt soms wel van een vertienvoudiging van de zg. E. coli-factor in het oppervlaktewater, een maat voor de hoeveelheid poep en pies in het zwem- en recreatiewater. Een zeer ongewenste situatie die voorkomen moet worden.

Daarnaast speelt de ‘voetafdruk’ een belangrijke rol in de te nemen maatregelen voor de inzameling met evt. transport en de zuivering van het afvalwater, de productie, installatie van evt. zuiveringsinstallaties incl. de beheeractiviteiten (exploitatie/onderhoud).

Effectiviteit?

Maar alle goede bedoelingen ten spijt, het is toch opvallend dat niemand zich meer afvraagt wat de (relatieve) effectiviteit is van de voorgestelde maatregelen? Met andere woorden: wat is het netto negatieve effect van die ‘ene drol’ in ons zwem- en recreatiewater? Onder welke omstandigheden vinden die lozingen plaats? Over welke proporties hebben we het hier in vergelijking tot bijvoorbeeld andere lozingen van huishoudelijk afvalwater?

Vragen

Onder vaarrecreaten en organisaties die daarmee annex zijn is er uiteraard begrip om te streven naar schoon en veilig vaar- en zwemwater en daarop toe te zien. Dat is immers ook in hun belang. Het scala aan mogelijke maatregelen (bijv. verplichte opvangvoorzieningen, verwerkings- en zuiveringsinstallaties, verzegeling van boordkranen e.d.) waaraan wordt gedacht is momenteel in de media een punt van discussie:

• Hoe zit het met de praktische uitvoerbaarheid van de voorgestelde maatregelen?
• Hoe zit het met de beschikbaarheid van gewenste inzamel- en/of zuiveringsapparatuur en welke rendementen horen daarbij?
• Welke kosten zijn hiermee voor de recreatievaart mee gemoeid?
• Hoe zit het met de handhaafbaarheid hiervan?
• Hoe zit het met de ‘beroepsvaart’?
• En niet onbelangrijk: met welke kosten moeten eigenaren van jachthavens rekening gaan houden wanneer de infrastructuur van de vuilwaterinzameling moet worden aangepast?

Onderzoek HDidee Advies & coaching

Betrokken bij de recreatievaart in- en om de Waddenzee is HDidee Advies & coaching op eigen initiatief een onderzoek gestart naar de relatieve bijdrage van toiletwaterlozingen op het verontreinigen van het oppervlaktewater in tijd, ruimte en financiële context.

Accenten die daarbij worden gelegd hebben betrekking op:

• Kwantitatieve en kwalitatieve analyse van toiletlozingen vaarrecreatie;
• Kwantitatieve en kwalitatieve analyse van overige lozingspunten;
• Kwaliteitsdoelstellingen van het oppervlaktewater waarop wordt geloosd;
• Seizoens- en weersinvloeden;
• Financiële context van maatregelen en inspanningen.

Doel

Doel van het onderzoek is om een constructieve bijdrage te kunnen leveren aan de discussie omtrent de effectiviteit van de voorgestelde maatregelen ten aanzien van de lozing van toiletwater op oppervlaktewater door de recreatievaart. Richting wetgever kan dit betekenen dat onder het mom van: “bezint eer ge begint” haar te wijzen op mogelijke foutieve assumpties. Maar ook om eigenaren, beheerders en exploitanten van jachthavens een handreiking te kunnen doen om op inhoudelijke gronden de (financiële) effectiviteit van de voorgestelde maatregelen aan de orde te kunnen stellen.

In eerste instantie zal dit onderzoek voornamelijk gericht zijn op de recreatievaart in en om de Waddenzee. Om dit onderzoek op een juiste manier uit te voeren wordt er gebruik gemaakt van seniore  deskundigheid op het gebied van riolering- en zuiveringssystemen en aquatische- en mariene ecologie.

Daarnaast is een fors aantal kentallen nodig, kentallen van voornamelijk jachthavens in en om de Waddenzee. Komende periode zal dan ook gebruikt worden om deze gegevens bij gemeenten en eigenaren van jachthavens te inventariseren.

Planning

Het ligt in de bedoeling dit onderzoek aan het begin van de winter van 2019 af te ronden en op te leveren. In de vorm van een achtergrond document (t.b.v. de inhoudelijke discussie) en een management samenvatting ten behoeve van publicaties.