“Jachthavens duurzaam toegankelijk en bereikbaar houden hoort bij de Wereld Erfgoed status van de Waddenzee”
Hans Danel is als Marien bioloog begaan met de ecologie van de Waddenzee en is zich ervan bewust dat dát de echte meerwaarde is voor jachthavens in en om de Waddenzee. Hij zal zich structureel blijven inzetten om op basis van deze balans tussen natuur en vaarrecreatie dit prachtige vaarnetwerk in het Wereld Erfgoed toegankelijk te houden.
Hij werkt al ruim dertig jaar aan ruimtelijke ordeningsvraagstukken in- en om de Waddenzee. Mede daardoor is ook zijn betrokkenheid bij de totstandkoming van het Convenant Vaarrecreatie (2012) ontstaan en als vervolg daarop de actieve deelname aan het Actieplan Vaarrecreatie Waddenzee 2014-2018 naast talrijke andere jachthaven gerelateerde onderzoeken.
Convenant Vaarrecreatie –> Actieplan Vaarrecreatie Waddenzee
Zo werd in 2012 voor het eerst aan HDidee Advies & coaching, het adviesbureau van Hans Danel, gevraagd een analyse op te stellen van hoe om te gaan met de toenemende drukte in jachthavens en de bereikbaarheid en toegankelijkheid daarvan. Sommige beheerders van jachthavens wilden het aantal ligplaatsen uitbreiden, sommige wilden meer ruimte scheppen om zogenaamd te kunnen ‘stapelen’. Toen was namelijk nog de gedachte dat de groei van het aantal boten verder zou toenemen. Samen met de Stichting Jachthavens Waddenzee werd begin 2016 al geconstateerd dat de autonome groei van de vaarrecreatievloot aan het afnemen was. Zodanig dat een van de feitelijke doelstellingen uit het Actieplan Vaarrecreatie Waddenzee, i.e. de noodzakelijke groei van aantallen ligplaatsen, kwam te vervallen.
Dat nam echter niet weg dat voor een aantal havens de bereikbaarheid en toegankelijkheid een issue was. Door veranderende verantwoordelijkheden van grotere overheden die te maken hadden met het vaarwegonderhoud werd een groeiend aantal jachthavens geconfronteerd met steeds verder oplopende kosten van het nautisch beheer en onderhoud. De lokale politiek was naarstig op zoek naar alternatieven om vooral toch de jachthavens bereikbaar en toegankelijk te houden.
Door de jarenlange ervaring met de vaarrecreatie en kennis van het nautisch beheer en onderhoud van jachthavens (ook in Duitsland) is door Hans Danel op planmatige wijze handen en voeten gegeven aan een brede aanpak voor wat betreft het bereikbaar houden van de problematische jachthavens. Kenmerkend aan de jachthavens langs de Waddenzee is namelijk dat ze te maken hebben met veel aanslibbing. Slib dat er jaarlijks voor zorgt dat toegangsgeulen en de jachthavens zelf dichtslibben waardoor ze niet meer toegankelijk zijn. Tot voor kort werden het simpel op diepte houden van deze sterk aanslibbende jachthavens gezien als dé manier om deze aanslibbing te bestrijden. Een gevleugelde uitspraak van Hans in dit verband is: “Op het wad weet je één ding zeker: als je een gat graaft is het volgend jaar weer dicht”. Op moeilijk bereikbare plekken kleinschalig en jaarlijks vele kubieke meters slib moeten verwijderen is natuurlijk ‘interessant’ voor baggeraars maar is daarmee een steeds grotere financiële last voor de eigenaren en beheerders van de jachthavens geworden.
Aanpak en regie
Grofweg valt de aanpak uiteen in drie stappen: (1) vakkundige analyse van de lokale omstandigheden van de aanslibbing; (2) het toepassen van alternatieve baggermethoden en (3) het intensief begeleiden van de uit te voeren baggerstrategie. Naast deze inhoudelijke aspecten wordt ook de nodige aandacht gegeven aan het proces van opdrachtverstrekking aan de baggeraars. De ervaring leert namelijk dat voor beheerders en eigenaren van jachthavens aanzienlijke kosten (tot wel 50%) kunnen worden bespaard door baggeropdrachten ‘op regiebasis’ uit te zetten waardoor tussentijds kan worden bijgestuurd wanneer de resultaten in het veld daartoe aanleiding geven. Dat vereist onafhankelijke regie en monitoring in het veld tijdens de uitvoering van de werkzaamheden.
Ver vóór de geplande baggeractiviteiten worden de lokale toegangsgeulen en de jachthaven nauwkeurig onderzocht, deels gebaseerd op data en ervaringen uit voorgaande jaren en deels gebaseerd op nieuwe inzichten uit vergelijkebare locaties. Van daaruit volgt een plan van aanpak voor het baggeren. Door een uitgekiende baggerstrategie toe te passen, afgestemd op tij, stroming, diepten, morfologie en sedimentsamenstellingen, zijn voor verschillende jachthavens de afgelopen jaren goede resultaten behaald in termen van bereikbaarheid en toegankelijkheid in het vaarseizoen.
Voorkomen is beter dan baggeren
Belangrijk principe daarbij is volgens Hans dat er veel meer moet worden ingezet op het zoveel mogelijk voorkómen van de jaarlijks aanslibbing. Zo heeft bijvoorbeeld de ‘drempel’ die in veel situaties vlak voor de jachthaven ligt, een belangrijke functie om de aanslibbing in de jachthaven te verminderen. Tot wel de helft van de normale jaarlijkse aanslibbing. In de uit te voeren baggerstrategie wordt hier dan ook rekening mee gehouden. Drempels die verderop in de aanloopgeulen liggen kunnen ervoor zorgen dat de baggerwerkzaamheden met ploegboten effectiever kunnen worden uitgevoerd omdat er bijvoorbeeld langer in het tij kan worden gewerkt. Na de baggerwerkzaamheden worden deze drempels weer geslecht om de vaardiepten ook in de aanloopgeulen te garanderen.
Een ander voorbeeld van het voorkómen van aanslibbing is de aanleg van een zg. Spoelzee ©. Een term bedacht en geïntroduceerd door Hans in 2012. Een Spoelzee © moet ervoor zorgen dat de aanslibbing van aanloopgeul én jachthaven aanzienlijk wordt beperkt. Een meer gedetailleerde toelichting met animatie staat elders op deze website.
Ook het gedoseerd toepassen van kleinschalige zogenaamde lucht-waterinjectie is een zeer effectieve baggermethode. Het slib wordt voor langere tijd, i.e. minimaal anderhalf uur, in de waterkolom gebracht (i.e. geresuspendeerd) waardoor het met afgaand tij het gebied kan verlaten. In de toekomst wordt specifiek voor het waddengebied een kleinmaatse baggerunit beschikbaar gesteld die voor meerdere jachthavens ingeroosterd kan worden.
Een punt van zorg is de bestaande wet- en regelgeving. Naar de mening van Hans is deze niet meer van deze tijd en houdt die geen rekening met alternatieve baggermethoden. Zo is er bijvoorbeeld binnen de grenzen van Natura 2000 gebied weinig tot geen ruimte om kortstondig búiten de bestaande tijdvensters beperkte baggerwerkzaamheden uit te voeren. Het zou mooi zijn als er ruimte wordt geboden om bij voorbeeld aanslibbing veroorzakende drempels in aanloopgeulen vlak te houden. Dit later in het seizoen alsnóg moeten doen leidt aantoonbaar tot meer verstoring en energieverspilling omdat er veel meer tijd (factor 10) moet worden gestoken in het verwijderen van de inmiddels geconsolideerde, harde sliblagen.
Het moment van de uitvoering in het seizoen blijkt een belangrijke succesfactor te zijn. Door gebruik te maken van een pool van relatief kleine, zelfstandige baggeraars valt een goed afgestemd werkplan op te stellen waarbij de beschikbaarheid van materieel efficiënt ingeroosterd kan worden. Werken in het waddengebied is namelijk sterk afhankelijk van de heersende weersomstandigheden en geschikte tijen om in te werken. Onder juiste regie kan aan de pool van baggeraars enige vrijheid in de plannning worden geboden voor wat betreft de aan- en afvoertijden van hun materieel.
Toekomst
Oorspronkelijk bedoeld als onderdeel van het Actieplan Vaarrecreatie Waddenzee is nog steeds de wens van Hans dat in de nabije toekomst een soort van collectief van opdrachtgevers voor meerdere jaren (!) een pool van (veelal kleine zelfstandige) baggeraars de opdracht geeft het nautisch beheer en onderhoud uit te voeren. Uitgevoerd en begeleid zoals in onderhavig stukje geduid. Daarmee houden we bereikbare en toegankelijk jachthavens in en langs onze Waddenzee in stand, realiseren we aanzienlijke kostenbesparingen en dagen we de baggeraars uit om voor meerdere jaren te investeren in alternatieve baggertechnieken.
Door Hans is onderzoek gedaan aan verschillende jachthavens[1], resulterend in een zg. Vlottend Jachthavenplan 2018-2020 (in prep.). Vlottend in de betekenis van dat het de bedoeling is dit onderzoek tweejaarlijks te actualiseren. Belangrijk onderdeel van dit onderzoek is natuurlijk ook de nautische beheer- en onderhoudsituatie van de verschillende jachthavens.
[1] In totaal zijn (dd. 9 februari 2019) 52 Nederlandse jachthavens in en om de Waddenzee onderzocht.
Kennishouder
Met recht mag Hans Danel zich kennishouder van de vaarrecreatie in en om de Waddenzee noemen. Hij heeft als doel dat alle mensen die betrokken zijn bij de vaarrecreatie zich nog meer bewust worden van hún betekenis in het grotere geheel. En hij wil daar graag bij behulpzaam zijn door zijn kennis in te zetten. In zijn ogen past bij een Waddenzee als prachtig en uniek natuurgebied, een kwalitatief hoogwaardige en duurzame ontwikkeling van goed geoutilleerde jachthavens.